De Frères mineurs of Minderbroeders vestigden zich in de rue des Chevaliers (later rue Vankeerberghen) in 1234. Van deze oorspronkelijke kern rest slechts de kerk, die verbouwd werd tijdens de werken die plaatsvonden in de 17e eeuw. Na een reeks wederwaardigheden werd het gebouw aangekocht door de stad en werd in 1924 gerenoveerd door de architecten Gaspard en Schoenmackers. Het werd van toen af aan gebruikt voor culturele evenmenten en bood tevens onderdak aan het Musée de la Charte des libertés.
De omheiningsmuur die de resten omvat van de stadstoren, vernield in 1764, bevat een barok portaal uit 1658. Het is bereikbaar via een bordes, dat verfraaid is met deels uitspringende halve zuilen met tamboeren en nissen. Het monumentaal aspect wordt benadrukt door een Toscaanse zuilengang, gebouwd in 1705, voor de ingang van de kerk en het klooster.
De kerk heeft slechts twee beuken met een vakkenapsis. De bouw van de centrale beuk dateert van 1244 en de laterale beuk van de 14e eeuw. Dat is duidelijk zichtbaar door het verschil in gebruikte materialen. De beuken worden verlicht door vensters met spitsbogen. Sommige dateren van de 14e eeuw.
Het klooster uit de 17e eeuw, gebouwd in Maasstijl, kleeft tegen de kerk aan. Het bevat drie vleugels die een kloosterhof met Toscaanse zuilen omringen. De sluitstenen en de aanzet van de bogen dragen opschriften en blazoenen. Boven de galerijen verrijst nog anderhalve verdieping met een dak, voorzien van met kruisvensters. Een van de vleugels wordt verlengd door een onregelmatig gebouw, het huis Pattard, opgetrokken in de 19e eeuw.
Geklasseerd als monument op 1 augustus 1933