Zoals een inscriptie in gotische letters onder de bovenverdieping getuigt, werd dit grote gebouw opgetrokken in het midden van de 16e eeuw. Het verving een oudere refuge van de abdij van Aulne in Hoei, die al vermeld werd in 1243. Het gebouw, volledig in de lengte en opgetrokken in grote kalkstenen, staat loodrecht op de straat en is toegankelijk langs een portaal aan de zijkant. Het horizontale aspect wordt benadrukt door de aanwezigheid van een kordonband  die de onderbouw en de twee niveaus van elkaar scheidt. De hoofdgevel heeft vier deuren met een rondboogomkadering en met lijstwerk met een prismatische basis. Tal van vensteropeningen hernemen een deel van dat lijstwerk en hebben een bovendrempel in de vorm van een accolade. Een kroonlijst onderstreept een hoog zadeldak waarin zich drie dakvensters bevinden met een bovendrempel in accoladevorm, net zoals deze van de voorgevel. De achtergevel, herbouwd in het midden van de 20e eeuw, herneemt de schikking van de voorgevel terwijl de puntgevel eveneens sterk gewijzigd werd. Een later opgetrokken vleugel die in de tweede helft van de 18e eeuw werd herbouwd in baksteen, sluit het binnenplein met zijn bomen af. De oude refuge werd tijdens de Franse Revolutie verkocht als nationaal bezit en werd nadien voor verschillende doeleinden gebruikt.

Geklasseerd als monument op 1 augustus1933

  • Bron: Agence wallonne du Patrimoine