De paters ‘Cellites’, die ook ‘Alexiens’ of ‘Lollards’ worden genoemd, kochten in juli 1520 een pand in Volière, dat ze in de loop der tijden uitbreidden in functie van hun taken en behoeften. In de 18e eeuw wijdden de paters zich aan ‘onevenwichtigen’ die ze verzorgden mits een vergoeding. De Saint-Rochkapel van haar kant werd gebouwd in de tweede helft van de 16e eeuw.

In 1769 bestelden de paters Cellites voor deze kapel een orgel bij de Luikse orgelmaker Guillaume Robustelly. Die had zijn leerschool doorlopen in het befaamde atelier van Jean-Baptiste en Jean-François Le Picard in Luik, en volgde hen later op. De orgelkast in eik heeft een klassieke vorm met drie torentjes, eenvoudig versierd met plantenvoluten. Het wordt aangevuld met twee klavieren die leven geven aan een groot-orgel en een sokkelpositief. In het midden van de 20e eeuw was het instrument in dermate slechte staat dat er een vrij drastische restauratie nodig was. Maar door gebrek aan onderhoud waren de resultaten slechts tijdelijk. De pijpen werden uiteindelijk in 1994 weggenomen om verdere schade te beperken tijdens de restauratie van de kapel. Anderzijds heeft het orgel een groot deel van zijn origineel mechanisme behouden. Daardoor is het een bevoorrechte getuige van de Luikse orgelproductie uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Het orgel onderging recent nog een restauratie die beëindigd werd in september 2011.

Geklasseerd op 13-05-1970.

Uitzonderlijk erfgoed van Wallonië (orgel en orgelkast)

  • Bron: Agence wallonne du Patrimoine
  • Text: © IPW - 2025 SABAM