Dit gotisch gebouw dat uit gebruik werd genomen, werd opgetrokken met Maaskalksteen en zandsteen. Het kwam op de plaats van een ouder gebedshuis en zou grotendeels dateren van de tweede helft van de 15e eeuw, zoals vermeld op het gebinte van de toren. Die heeft een hoge achthoekige spits en wordt verlengd door drie onregelmatige beuken van vier traveeën, een drievakkig koor en een aanpalende sacristie uit de tweede helft van de 18e eeuw. Ook de afgesloten begraafplaats bij de kerk wordt niet meer gebruikt. De kerk kwam rond 1897 los te staan van de aangrenzende woningen. In het begin van de 20e eeuw werd ze gerestaureerd onder leiding van L. Schoenmaekers die het initiatief nam om de vensters van de laterale beuken te wijzigen.
Een gotisch portaal met fijn lijstwerk en rozetten in reliëf op veelhoekige voeten geeft toegang tot het gebouw. Erboven, en lichtjes uit het centrum, bevindt zich een breed gotisch venster. Behalve de neogotsiche verbouwingen zijn alle vensters in dezelfde stijl. Interessant element: het interieur van het gebouw toont zuilen met zeer gestileerde bladeren. De vloer is bekleed met tal van grafstenen die getuigen van het enthousiasme dat de rijke inwoners van Hoei hadden voor deze kerk, die ook het graf en later het grafmonument van Saint Mengold herbergt. Het meubilair bestaat vooral uit stukken uit de 18e eeuw, waarvan er enkele bewaard worden in de schatkamer van de collegiale kerk.
Geklasseerd als monument op 1 augustus 1933