Deze kapel is het laatste overblijfsel van het begijnhofklooster van Cantimpret, dat in 1248 werd gesticht door Margareta van Constantinopel, gravin van Vlaanderen en Henegouwen van 1244 tot 1280. Ze is gebouwd met Henegouwse kalksteen, baksteen en natuursteen in het midden van de 16e eeuw. De kapel heeft een driedelige beuk gevolgd door een driedelige kooromgang. Een dak in leisteen en met pinakels bekroont het geheel. De gevel toont twee niveaus, gescheiden door een lijst in druipsteen en een ingang geflankeerd door zuilen en een gebogen bovendrempel. Zowel de gevel als de overige muren hebben vensters met stijlen en een flamboyant maaswerk. Het interieur toont kruisbooggewelven.

De kapel werd gerestaureerd tussen 1997 and 1999, hoewel ze geen speciale bestemming had. Een tweede fase, van 2004 tot 2007, wijzigde de kapel in een ruimte voor tentoonstellingen, leeszaal en ontmoetingsplaats, vooral voor de gasten van de provinciale kamer van de Koninklijke Commissie voor Monumenten, Sites en Opgravingen. Op die manier werd de kapel geïntegreerd in de gebouwen van het Grand Hospice, dat onderdak geeft aan de algemene directie Planning, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de provincie Henegouwen.

Geklasseerd als monument op 2 december 1959

  • Bron: Agence wallonne du Patrimoine